-
Tramrails
-
Bovenleiding
-
Remise
-
Lantarenpaal
bouwpakket
-
Busch
tramoverweg
-
Overig
De gebruikte
railssoort is Roco Line (zonder bedding) 2,5 mm (code 100). Deze rails
is vergeleken met andere soorten zeer goedkoop en het is makkelijker in
te bedden. Tevens bestaan er meterrailsen die flexibeler zijn als gewone
meterrailsen. Ook is in deze serie een industrie boog aanwezig van 25cm.
Ideaal voor bochten, want de minimum radius is vastgesteld op 25cm. Dit
heeft een voordeel, want al het materieel rijdt er vloeiend door heen en
de bochten liggen beter, dan wanneer je ze uit meterrailsen legt.
Over het bouwen
van het spoor heb ik zelf lang nagedacht en geexperimenteerd, tot ik een
bruikbare methode had gevonden. De wegen moeten dus hoger liggen als de
rails zelf. Om dit op te lossen heb ik een tweede plaat (MDF 4mm) op de
bestaande bodemplaat gelegd waar de wegen en bebouwing moest komen. De
plekken waar de rails zou komen, heb ik van te voren uitgezaagd, waardoor
het een soort puzzel is geworden. Het straatspoor werd in de open stukken
gelegd en het gat tussen de railkoppen en de weg werd gevuld met gips (zie
figuur 1).
(figuur 1)
Zorg wel dat
de railkop iets boven het asfalt uitsteekt, zodat je de rails nog kan schoonmaken.
Zelf heb ik deze fout wel gemaakt en dat heeft tot nu toe geleid tot een
zeer storingsgevoelig traject. Doordat de wielen van de trams breder zijn
als de railkop blijven sommige modellen (o.a Lima) weleens aan het gips
hangen. Ze schuren als het ware er overheen en dan blijven ze stilstaan
omdat ze geen stroom meer krijgen. Met de railkop boven het wegdek heb
ik al geprobeerd en het werkt perfect. Deze methode word ook vaak in de
modelbouwbladen gegeven.
Als het gips
is gegoten moet het worden gladgeschuurd, zodat de overgang van hout naar
gips niet opvalt. Als dit eenmaal is gelukt moet de weg geschilderd worden,
dit doe ik met een roller van de Gamma. Zorg dat je de railkop en de binnenzijde
ervan goed schoonmaakt, want later kan je daar niet goed meer bij. Als
laatste moet het stuk tussen de spoorstaven worden opgevuld. Dit deed ik
in het begin met gips, maar tegenwoordig met plasticplaat. Voor de asfaltweg
gebruikt ik gladde styreenplaat van een 1 mm. en voor ander soort wegen
plastikplaaten van Kibri met klinkers. Deze worden in stroken gesneden
die precies tussen de railshouders passen (zie figuur 2).
(figuur 2)
Op rechte stukken
is dit geen punt, maar in bogen moet er van te voren een soort malletje
gemaakt worden. Door een vel papier op de rails te leggen en met het kleinste
hamertje tussen de railkoppen in te duwen, krijg je een soort grove afdruk
hoe de rails loopt. Met een passer kan je het eventueel verbeteren. Dit
malletje knip je uit en trek je over op plastikplaat. Snij het liever te
ruim uit, zodat je het later kan bijvijlen. Zo vermijd je dat dat het te
smal wordt en dat er gaten onstaat. (één keer raden hoe ik
daar achter ben gekomen)
Nu het straatspoor
is komen de volgende problemen met het spoor op de vrije baan. Doordat
het spoor zo laag mogelijk moest liggen is er geen gebruik gemaakt van
een kurkbedding. Dit heeft zijn nadelen, want het ballast loopt niet echt
af en het rijden met een tram erover maakt behoorlijk herrie. De straten
met bebouwing liggen overal hoger dan de baan, om toch te laten zien dat
de tram op een vrije baan rijdt en niet verdiept ligt heb ik gezorgd dat
de wegen niet al te dicht in de buurt van het spoor komen. De rand die
tussen de hoogteverschillen ontstaat heb ik met wat gips gladgestreken,
zodat het niet opvalt (zie figuur 3).
(figuur 3
Wanneer de
rails weer de weg in moet voor een straat of een overweg ligt het automatisch
op de goede hoogte.
Mocht
je nog stoepen maken, dan moet je rekening houden met alle uitstekende delen van
de draaistellen. Omdat de stoep eenmaal hoger ligt als het wegdek, ligt het ook
hoger als de spoorstaaf. De tram zal daar aan blijven hangen. Om dit op te
lossen moet je een klein stukje stoep overslaan, zodat de tram hier kan paseren
(zie figuur 4).
(figuur 4)
Je kunt ook
de stoep afvijlen tot straathoogte maar uit ervaring kan ik vertellen dat
het er niet mooier gaat uitzien en dat de tram er nog steeds op kan blijven
hangen. Wat wel een mogelijkheid is, is waar je normaal het gips vult een
stukje stoep in zetten (zie figuur 5).
(figuur 5)
De bovenleiding op de baan is functionerend en
alle trams zullen hiernaar omgebouwd worden. Er is voor gekozen om de rails als
gezamenlijke minpool te gebruiken en de bovenleidingdraad als pluspool. Het
voordeel hiervan is dat de stroomtoevoer een stuk betrouwbaarder is, omdat
immers alle wielen de gezamenlijke minpool gebruiken voor stroomafname.
Uiteindelijk zal ik de bovenleiding gaan gebruiken voor de digitale aansturing
van de baan, maar dat is een plan voor de toekomst.
|
|
De masten komen allemaal uit
het Sommerfeldt programma en zijn met de bekende schroef en moerverbinding
vastgezet. Wel heb ik voor de versteviging een druppel secondenlijm bijgedaan en
ze bewegen nu voor geen kant meer. Prima! De rijdraad is ook van Sommerfeldt met
een dikte van 0,5mm. De draad is onder spanning aan de masten gesoldeert, zodat
de beugels de draad niet meer doordrukken. Er is geen afspanningsinrichting
gemaakt, maar de draad tussen de modulebakken trekt alles samen. Deze draad zit
als enige niet vast gesoldeerd. De isolatoren die ook in het
Sommerfeldtprogramma zitten maken het geheel af. Voor een uitgebreid
instructieverslag over bovenleiding verwijs is graag naar de volgende site:
http://www.gemeentetramwaelstede.nl
Tot nu toe bevalt de bovenleiding uitstekend
en de betrouwbaarheid van de stroomafname is met 100% gestegen. Heeft u wel eens
een Lima tram een remise wisselstraat met kruipende snelheid zien rijden? Dat
blijkt dus mogelijk te zijn. De bovenleiding is wel kwetsbaar, want snel stoot
je ergens tegen aan en dat laat de rijdraad los. Gelukkig is het wel weer te
verhelpen met een tipje van de soldeerbout.
De remise
is afkomstig uit het Pola programma (wat onlangs overgenomen is door Faller) en past
goed binnen de stijl van de bebouwing. Het model zelf zal waarschijnlijk
een nieuwe beschildering krijgen, maar daar ben ik nog niet over uit. Het
sporenplan is simpel, 4 binnensporen en 2 buitensporen voor het opstellen
van trams. Verder is er nog een nepopstelspoor aan de achterzijde en het
al eerder beschreven kruisingspoor.
Het railmateriaal
is van Roco samen met Fleischmannwissels. De wissels zijn een aparte variant
van de standaard Fleischmann Modelrails, maar dan uitgevoerd met nieuw-zilverprofielen.
De keuze op deze wissels was snel gemaakt, want ze hebben een grote afbuigingshoek
en ze zijn relatief voordelig. De uitvoering met nieuw-zilverprofielen
was een restpatij van een grote duitse treinenzaak en deze heb ik tegen
een aardige prijs weten te bemachtigen.
Omdat de wisseltraten
op een relatief klein stuk komen, zijn de wissels ingekort. Meestal voor
de wisseltongen en na het hartstuk. Met veel passen en meten ligt het nu
eindelijk en het meeste materieel rijd er goed doorheen. Zoals gewoonlijk
hebben de Limatrams er moeite mee, maar dat is alleen door de beperkte
stroomafname.
De sporen zijn
niet elektrisch van elkaar gescheiden maar worden stroomloos gezet door
de wisseltongen. Door het bekende trucje van de fleischmannwissels met
het verwijderen van het draadbruggetje, word ervoor gezorgd dat alleen
het spoor stroom krijgt als de wissel in de betreffende richting word geschakeld.
Tot nu toe functionerend het prima en het scheelt ook een hoop bedrading
en extra schakelaars.
De wissels
worden electrisch omgeschakeld met behulp van wisselmotoren van Conrad.
Deze motoren zijn ondergronds uitgevoerd en tegen een redelijke prijs verkrijgbaar
(6,50 euro).
Voor de zijstraat
van de bioscoop heb ik drie ouderwetse lantarenpalen aangeschaft. Het is
een bouwpakket van Viessman die bij
Conrad
verkrijgbaar is voor 8,99 per stuk. De palen worden geleverd in een plastic
zak met toebehoren en beschrijving. Omdat het om een bouwparket gaat zijn
alle onderdelen nog niet gespoten, dit moet de koper zelf doen.
Doordat dit
mijn eerste lantarenpaalbouwpakket is wil ik hierover een kleine beschrijving
van de bouw geven met wat begeleidende foto's.
De
zijstraat met de nieuwe lantarenpalen
|
Dit
is het zakje met de onderdelen van 1 lantarenpaal. |
|
Er
is ook een flinke beschrijving meegeleverd hoe je hem moet bouwen. |
|
|
|
|
|
Hier zie
je alle losse onderdelen, die allemaal nog gespoten moeten worden. |
|
Met wat
secondenlijm zit de eerste paal in elkaar en hij ziet er netjes uit. |
|
|
|
|
|
Dit is
mijn spuitcabine, gemaakt van een IKEA doos (het werkt wel) |
|
2 lantarenpalen
zijn al zwart gespoten en mijn airbrush zat opdat moment verstopt. |
|
|
|
|
|
Ze zijn
af en moeten nog een nachtje drogen. |
|
Omdat mijn
compressor resoneert heb ik er een stuk tramrails op gelegd tegen de trillingen. |
De bouw
van de lantarenpalen is als volgt:
1 Schuif
de sierboog op de mast en zorg dat de kabel er helemaal doorheen is. Lijm
of soldeer deze twee delen aan elkaar vast.
2 Spuit
de gehele mast zwart, behalve het voetje en de aansluitklemmen voor het
lampje.
3 Als
de mast droog is, kan het lampje in het klemmetje gezet worden. Eerst even
de pootjes van het lampje korter knippen, anders past het niet.
4 Het
plastic voetje moet nu aan de mast worden geklemd met daartussen een stuk
ontstripte draad voor de min pool. De gehele mast is namelijk stroomgeleidend.
5 Aan
het einde van de min-pool draad moet de bijgeleverde weerstand worden vastgesoldeert.
Niet te lang solderen want de weerstand kan niet goed tegen warmte. Als
het vast zit, schuif je het stukje krimpkous om de soldering heen en verhit
het kort totdat het er goed omheen is gesmolten.
6 Als
het goed is, werkt de lantarenpaal en kan het gat in de baan geboord worden.
Conclusie
Voor de prijs/kwaliteit
is het een uitstekend bouwpakket, maar zelf ga ik toch de kant en klare
variant verder gebruiken. Aangezien er best wel gesoldeerd moet worden,
is het af en toe lastig. De fabrieksvariant is maar 5 euro duurder en ik
vind het de moeite waard. Maar vind je knutselen en airbrushen leuk,
dan is het zeker een aanrader.
De bouwparketten
zijn zover ik weet alleen bij
Conrad
verkrijgbaar en bij mij is de bestelling bij hen goed en zeer snel verlopen.
Omdat
op mijn baan de tram meerdere malen de weg moet oversteken leek het mij
een leuk idee om een overweg te gebruiken. In de duitse steden gebruiken
ze vaak een soort voetgangerslicht met een wit bord eromheen. De overweg
word bij een naderende tram eerst oranje en dan blijvend rood tot de tram
erlangs is. Dit type overweg word ook wel door de DB gebruikt en
daardoor heeft busch er een model van gemaakt (nr 5914). Het betreft wel
een model zonder witte omranding en is dus niet meteen geschikt voor in
de stad.
Het idee was
om een witte omranding te snijden uit styreenplaat en vervolgens om op
de palen te plakken. Doordat de overwegpaal erg klein is, is het een klus
om zo precies mogelijk een bord omheen uit te snijden. Maar het resultaat
wat je op de grote foto hierboven ziet is erg leuk en past goed binnen
de stad. Op dit moment word hij nog handmatig ingeschakeld, maar ik zit
er over te denken om het te automatiseren met een lichtsluis of zo iets.
Om alvast de
werking van de overweg te laten zien, heb ik er een klein videofilmje van
gemaakt. Klik op de onderstaande link en hij opend automatisch.
Videofragment:Tram
overweg
3,2mb
Verder
zijn de wegen gewoon op de bodemplaat geschilderd met behulp van een roller,
nadat er exact is vastgesteld hoe ze gaan lopen. De stoepen zijn van Faller
uit een bouwset nummer 597. Voor de eerste module heb ik 6 van deze sets
moeten kopen, aangezien ze 7 euro per set zijn ga ik in de toekomst mijn
eigen stoepen maken uit styreenplaat.
Het ballasten
is met bruine ballast van Woodland Scenery gedaan en met de bekende houtlijm
methode vastgelijmd. Ook het gras is van Woodland, maar dat ga ik nog een
beetje bijwerken met een paar andere kleuren. Overigens heb ik nog geen
struiken gemaakt, daarom ziet het er op dit moment nog een beetje
kaal uit.
De huizen
zijn van Faller, Pola en Vollmer en zonder wijzigingen gebouwd, volgens
de handleiding. Een enkel huis is al geschilderd en de rest volgt nog dit
jaar.
|