> De site
- Home  
- E-mail 
- Gastenboek
- Links  
- Logboek 
- Copyright 
> Modelbaan
- Baanplan met uitleg   
- Foto's van de baan 
-
Dagboek van de bouw 
-
Bouw ervaringen
- Technisch gedeelte
> Modeltrams
- Mijn verzameling   
- Verbouwde trams
- Trams van Alfred Riess
> Projecten
- U-bahn   
- Diorama Landstraße
- Lima aandrijving 
> Verslagen
- Trams in Zwitserland 
- Modelspoor Dagen '04 
-
HMG tramdag '04 
- Opening tramtunnel
- Eurospoor 2008

> Overig

- Beursagenda  
- Videofragmenten
- Vraag en aanbod  
-
Wie is Mark

|  Verbouwing BLT Düwag Be 4/6  |


 

Door mijn stage in Zwitserland ben ik het afgelopen jaar in verschillende Zwitserse steden geweest. Als tramliefhebber kan je daar je ogen uitkijken en met de gekochte dagkaart nog eens lekker rondrijden. Met mijn bezoek aan Basel kwam ik in een BLT Düwag Be 4/6 te zitten en de tram was door zijn opvallende kleurstelling een leuke verschijning tussen al het donkergroene materieel. Eenmaal thuis in Nederland kwam ik tot het idee om een model hiervan te maken op basis van de Weense E1. Toen ik daar eenmaal vergevorderd mee was, kwam het idee voor een passende bijwagen.
 

 


De voorkant 

Het meest markante van dit type Düwag materieel is de smalle voorkant bij dit éénrichtingsmodel. Om deze smalle voorkant ook in model zo weer te geven, moet er een ingrijpende operatie plaats vinden om het front in 2e delen te zagen. Er is een stuk van ongeveer 3 millimeter tussen uitgehaald en de koppen zijn daarna weer tegen elkaar aan gelijmd met secondenlijm. Door de grote veerkracht was het lastig om de 2 delen bij elkaar te houden, maar na vele lijmpogingen en extra inkepingen op het dak is het toch gelukt.

De vorm van de kop is heeft hierdoor de rondingen van een ei gekregen en dat moest flink worden bijgeschuurd. Ook de zijkanten moesten vanaf de voordeur behoorlijk bijgschuurd worden en de wagenbak is om sommige plekken erg dun geworden. Maar het resultaat is zoals het grote voorbeeld.

De koplamp is bij deze tram rechthoekig in plaats van rond en dat geeft hem een modern en apart uiterlijk. Deze koplamp is pas op het laatste moment definitief aangebracht, want anders zou het afplakken bij het spuiten van het model erg lastig worden.

 


De zijkant 

Deze komt in grote lijnen overeen met een standaard Düwag tram, alleen moet er een enkele voordeur en een extra raam worden gemaakt. Rond de draaistellen komt een inkeping, zodat de draaistellen beter kunnen draaien. Om een enkele voordeur te maken met een vast raam ernaast is één enkele deur verwijderd. Op deze plaats is een stuk styreen gelijmd waar van te voren het raam is uitgesneden. Dit hoeft slechts geplamuurd te worden en na het spuiten zie je er niets meer van. Rond de deuren zit op het Weens model een rand en deze moet worden weggeschuurd. Ook moeten er treeplanken onder de deuren worden aangebracht zijn van styreen. Om het model af te maken zijn er nog knipperlichten op de zijkant naast de deuren aangebracht.

 


De achterkant 

 

De Weense Düwag trams hebben een aparte deurindeling, namelijk een 3 delige achterdeur op de B-bak. Om hem mooi te verwijderen en de rest van de wagenbak goed aan te laten sluiten, moet de middelste deur ertussen uitgezaagd worden. Op deze manier is het raam aan de deurloze zijde ook in één keer op de juiste maat. Verder hoeft er niet zo heel veel te gebeuren op enkel het aanbrengen van luchtslangen en een buffer na. De luchtslangen zijn gemaakt uit messingdraad en deze zijn met de kwast matzwart geschilderd.
 

Het dak 

Hiermee is vrij weinig gebeurd, want het dak is van origineel al vrij kaal. Omdat ik geen goede detailfoto’s van het dak had, heb ik het wat fantasie meegegeven. Op de kopbak heb ik de rij met weerstanden wat uitgebreid met reststukken die ik nog overhad van de RET 600 verbouwing.

Op de achterbak heb ik de ribbels glad geschuurd en 2 ventilatieluiken geplaatst naar het voorbeeld van de Roco wagens. Het meest opvallende is de dakreclame en die heb ik met behulp van foto’s nagemaakt. De reclame is geprint op dik fotopapier, want dan is het stevig genoeg om direct op het dak geplakt te worden. Het is wel erg kwetsbaar, maar het geeft het model wel iets opvallends.

 


De aandrijving   

De aandrijving is gemaakt van een gehalveerde Halling E1 aandrijving. Omdat je bij deze aandrijving 2 motoren en 2 draaistellen krijgt, kan je deze aandrijving opsplitsen en dan voor twee modellen gebruiken. De prijs wordt dan ook gehalveerd naar 21 euro per model. 

 

Voor deze BLTer heb ik de aandrijving in de B bak gezet, want hij moet nog een bijwagen trekken. Op deze manier is hij wat krachtiger en qua rijeigenschappen wordt het model er alleen maar beter van. Wel heb ik er 2 assen met in totaal 4 antislipbandjes eronder gezet voor een goede trekkracht. Hierdoor is de stroomafname verplaats naar het eerste en het middelste draaistel. Ook ben ik bezig met een stekkerverbinding naar de bijwagen, zodat deze vier wielen ook voor de stroomafname gebruikt kunnen worden. Later hier meer over.   


 Kleuren en opschriften 

De BLT heeft een aparte kleurstelling wat zich zeer goed onderscheid van de groene stadstrams. De tram is gespoten in een zelfgemengde kleur geel en deze is per ongeluk erg glanzend opgedroogd. Maar met matte vernis zal dit wel te verhelpen zijn. De rode band zou ook eerst gespoten worden, maar door de vele randen op de bijwagen leek mij dit geen goed plan. Ik heb van TL decals een rode decal gekocht van 12 bij 7 centimeter en daaruit zijn de lijnen gesneden. Deze decals laten zich perfect verwerken en ook als ze nog wat aan de lange kant zijn. Met behulp van Microsol zijn ze echt in de randen gesmolten en je kan niet meer zien dat ze opgeplakt zijn in plaats van gespoten. Deze truc ga ik in de toekomst vaker toepassen. Het dak is een mengsel geworden van wat grijstinten die ik nog had liggen van andere projecten. Er zit nog geen vernis over het model, want de BLT logo’s ontbreken nog. Hiervoor had ik zelfbedrukbare decal papier gekocht, maar de experimenten hiermee zijn tot nu toe mislukt. Als ik de logo’s af heb dan gaat de vernis erover en de beglazing in het model.

 


De bijwagen

Tijdens het ombouwen van de motorwagen kwam het idee om er ook iets achter te hangen van een bijwagen, want vroeger werd er zo gereden in Basel. Aangezien ik nog een half omgebouwd (mislukt) exemplaar had van een Weense c1 bijwagen, kon ik hier iets leuks van maken. De bedoeling was om hem enkel om te spuiten in de BLT kleuren, maar het zou ook wel zonde zijn om verder niets met het model te doen. Het grote voorbeeld van deze bijwagen is vrij hoekig en een stukje korter en dit moest dan ook in model worden omgezet.

De voor en achterkant zijn opnieuw gemaakt uit 0,5mm styreen en de afmetingen zijn gegokt met behulp van afbeeldingen. De zijkanten zijn voor een klein gedeelte van de Weense c1 afkomstig, maar de raamindeling is opnieuw gemaakt en dat ook weer met behulp van styreen en veel plamuur. De foto’s laten duidelijk zien dat het hele model bestaat uit aan elkaar geplakte wanddelen en het was lastig om te zorgen dat dit mooi glad in elkaar over liep. Het gebruikte plastic van de Weense wagen liet zich toch wel lastig lijmen en de secondenlijm liet het plastic vaak te week worden. Na veel schuurwerk is het toch nog goed gekomen en door de verflaag zie je er niets meer van. Wel is er een compromis geweest over de vormgeving van de wanden. Bij het grote voorbeeld worden er geen rondingen gebruikt, maar hoeken bij de voor de overloop van de zijwand naar de voor- en achterkant. Als ik dit ook zou aanpassen, zou het aankomen op een complete zelfbouw van het model en dat was niet de bedoeling. Achteraf zie je er nauwelijks iets van, dat ik het rond gelaten heb en daar ben ik erg blij mee.

Het dak is wel overgenomen van de Weense wagen, maar is ingekort en heeft nieuwe rondingen gehad. Met behulp van styreen stripjes zijn de richels op het dak nagebootst en deze lopen weer door over de zijkant tussen de raamspijlen. De deuren zijn zelf uit styreen gesneden en dat was een lastig klusje om de ramen evenwijdig te houden. Mijn trucje: Neem een boortje met de diameter van het raam en boor boven en onder een gaatje en snij daartussen met een scherp mesje het raam uit. Als je evenwijdig boort, kan het resultaat erg mooi zijn, maar het is wel oefenen. De opklapbare deurtredens zijn gemaakt uit 0,3 mm styreen en daarin zijn horizontaal kleine groefjes gegraveerd met een daarvoor bestemd Tamiya mesje.

Het onderstel is een ingekort Weens exemplaar waarvan de assen ook stroom af nemen. Dat zal behulp met een microstekker aan de motorwagen worden doorgegeven, maar deze constructie is nog niet af. De koppeling is afkomstig van Halling en is ook nog eens functioneel. Hij lijkt aardig op het gebruikte type in Basel en is hij is makkelijk te bevestigen aan de bodemplaat.

 


Conclusie 

Deze ombouw laat zien dat je op basis van de Weense E1 en c1 bijwagen leuke en bijzondere trams kan bouwen. Er is wel een hoop werk in gaan zitten, maar dit geeft mij juist veel voldoening. De aparte voorkant en de frisse kleurstelling laat dit model eruit springen op mijn baan en in de vitrine. Ook zijn de rijeigenschappen zeer goed te noemen en ik hoop in de toekomst meer aparte trams om te bouwen op basis van de Weense modellen.

Wordt vervolgd
 

  Links: Halling  (aandrijving)

 

- Terug naar boven 
-
Terug naar de startpagina